15 december 2014

Excursie Antwerpen havo-4 & atheneum-4

10 december zijn wij met de havo-4 klas naar Antwerpen geweest. Dit was een dag georganiseerd door het vak CKV. We moesten twee verschillende culturele activiteiten doen. Het MAS was verplicht en we konden daarna kiezen uit het Rubenshuis, de Barok/ Renaissance-wandeling en het Modemuseum/Graffiti.






Ik was samen met mijn groepje eerst naar het MAS geweest voor de architectuur-rondleiding. Daar vertelde een mevrouw ons alles over de architectuur van het gebouw. Dit was erg interessant.

Daarna kregen we vrije tijd en konden we even de stad leren kennen. Om kwart voor 2 moesten we weer bij de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal aanwezig zijn, omdat om die tijd de tweede culturele activiteit begon.

Onze tweede culturele activiteit was het ModeMuseum/Graffiti. Hier had je allemaal verschillende modieuze kleding, dat was apart maar erg leuk om te bekijken.
Daarna zijn we nog even de stad in geweest om verschillende winkels en grafitti te bekijken. Daarna kregen we tot half 7 vrije tijd en hebben we heerlijk kunnen genieten van een pizza bij Da Giovanni.

Daarna in de bus terug naar huis!

Rosanne Mechielsen (4H)




Antwerpen: Rubenshuis (door Koos Mol)


Een van de mooiste musea in Antwerpen is het Rubenshuis. Niet te groot, wel overzichtelijk. Zeker nu er door een verbouwing één verdieping niet toegankelijk is.

In dit huis woonde de schilder Peter Paul Rubens vijf jaar. Hij had het pand zelf ontworpen. Eerder – tussen 1600 en 1608 – verbleef Rubens in Italië. Die periode is voor hem van groot belang geweest als inspiratie voor zijn schilderkunst, maar ook voor zijn ideeën op het gebied van architectuur.

Piet van Winkelhof, gepensioneerd docent van de Jacob, zorgde in het Rubenshuis voor een rondleiding. Op een kleurrijke wijze vertelde hij de ‘lieve jeugd’ van 4 havo en 4 vwo over de relatie die er is tussen Peter Paul Rubens en Willem van Oranje, over de visie van Rubens die vond dat wat in Italië kan, ook in Antwerpen moest kunnen en wat die visie betekende voor de productie van schilderijen. Want Rubens was een zakenman. Veel schilderijen werden onder zijn supervisie gemaakt door leerlingen. En als het werk hem beviel, kreeg de leerling een schouderklopje en zette de meester zijn handtekening op het schilderij. Zo ontstond in de 17de eeuw de merknaam Rubens.
Interessant in het Rubenshuis is de kunstkamer. Een deel van wat Rubens verzamelde, is daar zichtbaar. Kunstkamers waren in de 17de eeuw populair bij de rijke burgers. In zo’n kamer konden deze rijken niet alleen tonen wat hun smaak was, maar vooral ook laten zien hoe rijk zij waren. Rubens was mede door zijn bedrijfsmatige aanpak heel rijk geworden.
Van Winkelhof wees in het schildersatelier, een van de grotere vertrekken in het Rubenshuis, op allerlei details in de schilderijen. In een niet voltooid schilderij zijn schetsmatig de contouren te zien van wat het definitief zou moeten worden. Keuzes moesten nog worden gemaakt. Dan is het niet vreemd dat er op het schilderij een strijder te zien is met drie armen. De aanwezigen moesten even zoeken, maar ze vonden deze strijder wel. Verder ging Van Winkelhof in op de modes uit die tijd: de steeds aanwezige overdaad op de schilderijen, zo kenmerkend voor de barok, en de afgebeelde volslanke – lees mollige – vrouwen. De uitdrukking Rubensiaanse vrouwen vindt hier haar oorsprong.

Dat Rubens in zijn tijd een belangrijk staatsman was en een rol speelt in de Suske en Wiske-strip De raap van Rubens, bleef niet onvermeld. Dat Van Winkelhof als gepensioneerd docent op een gepassioneerde wijze de aanwezigen wist te boeien, bleek duidelijk na een van de rondleidingen uit het enthousiaste applaus dat hem ten deel viel.

Via de tuin in Renaissancestijl, waarin tijdens de wintermaanden allerlei onderhoudswerkzaamheden plaatsvinden, verlieten de aanwezigen het Rubenshuis, op pad naar de volgende bestemming.